In het media-aanbodbeleid formuleert de mediaraad van L1 kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen, waaraan het aanbod moet voldoen.

L1 media-aanbodbeleid 2023-2026 in 11 speerpunten

1. Journalistieke kwaliteit verhogen

Het officieuze motto van L1 voor de komende jaren is: minder maar beter. Waar we de afgelopen jaren voorzagen in een stortvloed aan berichten en een hausse aan optochten, artiestenparades en andere evenementenregistraties – wat resulteerde in veel meer tv-uren dan noodzakelijk voor een RPO – daar gaan we de komende jaren terugschakelen. Het doel: meer de diepte in en persoonlijker verhalen brengen. Minder kwantiteit, meer kwaliteit.

Het motto minder maar beter past bij de tijd waarin we leven. Onderzoek van het AD en Hogeschool Utrecht wijst uit dat het Nederlandse publiek niet alleen twijfelt aan de echtheid van nieuws, maar ook zo zoetjesaan tabak krijgt van de hoeveelheid die op ze afkomt, de negativiteit en polariserende werking ervan. Reden om op gezette tijden (avond, vakantie) geen nieuws meer te willen consumeren en bepaalde bronnen (talkshows) niet langer te raadplegen. Een enkeling besluit nieuws helemaal te mijden.

Om het niveau en de kwaliteit van de berichten en programma’s op peil te brengen en houden is minder maken en meer tijd eraan besteden alleen niet voldoende. De journalisten en makers zullen enerzijds moeten worden getraind en bijgeschoold in klassieke journalistieke vaardigheden (interviewen, netwerken en nieuws vergaren op locatie) en anderzijds goed op de hoogte moeten zijn van trends en nieuwe technieken. Door gebruik te maken van het trainingsaanbod van NPO, de Talent Academy en de gelden van het Fonds Bijzondere Journalistieke Producties kunnen we onze journalistiek verbeteren. Door duo’s te vormen van ervaren en minder ervaren redacteuren kunnen we elkaar ook intern bijspijkeren en inspireren. Daarnaast is het belangrijk om er geld voor vrij te maken in de begroting, en tijd om erover te discussiëren.

2. Digitale transformatie omarmen

Online is de toekomst, want onze onmisbare smartphones zijn krant, radio, laptop, tv, camera, café en telefoon in één. Jongeren kijken zelden nog lineaire tv en hebben meer met podcasts dan met radio, terwijl veertigers, vijftigers en zestigers zich massaal aansluiten bij streamingsdiensten en het (terug)kijken on demand omarmen. De kunst voor L1 is niet om alles wat nu lineair wordt uitgezonden simpelweg online te presenteren, maar alle content die gemaakt wordt slim uit te serveren op meerdere kanalen: uitgeschreven op de nieuwssite, in afleveringen op YouTube, in fragmenten geknipt op Instagram of Facebook, voorzien van voxpopjes op TikTok.

(Meer specifieke informatie hierover onder het kopje ‘social media’)

Bij het toetsen van nieuwe programma’s of tweaken van bestaande programma’s is geschiktheid voor online distributie een vereiste. In de toekomst zal allicht de ‘online first’-aanpak kunnen gelden, de eerste schreden in die richting worden gezet. Vanuit de RPO wordt de digitale transitie gesteund door middel van de landelijke transformatie- en datateams, waarin ook L1 vertegenwoordigd is.

Een ander hot topic is de toepassing van AI, artificial intelligence. Technologie die ongekende mogelijkheden en snelheden biedt, maar – als we sommige minder optimistische deskundigen mogen geloven – kan uitgroeien tot een ontembaar monster. L1 zal in de loop van 2023 een code opstellen waarin we duidelijk maken of en waar we AI gebruiken in tekst en beeld, en duidelijk maken dat de laatste check altijd door een mens gedaan wordt, om de betrouwbaarheid te kunnen waarborgen.

Nu de merkendiscussie is beslecht en we verder kunnen onder de naam L1 is het tijd om de verouderde site L1.nl opnieuw in te richten als on demand platform waar de schatkamer vol reeds uitgezonden programma’s ontsloten wordt. 1Limburg zal herdoopt worden in L1 Nieuws en ook qua functionaliteiten geüpdatet worden. De aanpassingen op technisch vlak worden gedaan door Regiogroei, het online expertise- en innovatiecentrum van de Regionale Publieke Omroepen, waar behalve L1 nog 9 van de 13 rpmi’s bij aangesloten zijn.

In navolging van andere regionale omroepen wil L1 zich meer gaan toeleggen op visual radio. Door in de middagprogrammering geen herhalingen te laten zien maar de radiostudio te tonen kan er bij groot nieuws ook rechtstreeks worden geschakeld naar de redacteuren die het nieuws op locatie verslaan, ook in beeld. Op die manier zitten zowel kijkers als luisteraars bovenop het nieuws, en hoeven ze niet tot het avondbulletin te wachten.

3. Sociale Media

De nieuwste deelredactie van L1 is het social media team (SMT) waarmee de online activiteiten van de zender een upgrade en een lijn hebben gekregen. Belangrijk uitgangspunt is dat het team niet datagestuurd, maar datagedreven werkt. Clickbait maken is uit den boze, het gaat erom nieuwe doelgroepen te bereiken en verbinden met zinnige en kwalitatieve content. Daarnaast willen we de aandacht van trouwe en bestaande bezoekers consolideren.

Anders dan bij tv en radio zijn bij sociale media de eerste 3 tot 5 seconden cruciaal, om te voorkomen dat er genadeloos wordt doorgeswiped. Ook het tempo en vlot taalgebruik zijn van groot belang.

Het SMT gaat platformgericht te werk. De 45- tot 54-jarigen worden bereikt middels Facebook, waar de berichtgeving zowel informatief als vermakend is. Via Instagram richten we ons op 35- tot 54-jarigen; speerpunten zijn hier verbinding en vermaak. Via YouTube richten we ons op 25- tot 34-jarigen door informatie en vermaak te bieden. Items mogen hier langer zijn dan op de andere socials. L1’s TikTok-account tot slot is gericht op Gen-Z (18-24 jaar) en biedt vooral vermaak voor de (nog) niet heel politiek- of nieuwsgeïnteresseerde ‘gemaksgeoriënteerden’.

Geïnspireerd door NOS Langs de Lijn, te volgen via de site van NPO 1 en de uitzendingen van RTV Noord rondom de wedstrijden van FC Groningen, experimenteerde de sportredactie van L1 met het uitzenden van commentaar en duiding van de play-offs van VVV en MVV via Facebook en YouTube. Een ideale manier om visual radio te testen.

Tot slot de explainer of uitlegvideo: niet echt een social medium, wel een noviteit waar het SMT zich mee profileert. Typisch Limburgse onderwerpen met een langere houdbaarheid worden inhoudelijk, helder, aantrekkelijk en waar passend met een knipoog gepresenteerd.

4. Agenderen maatschappelijke thema’s

Behalve het verslaan van actuele calamiteiten en nieuwsfeiten stelt de redactie van L1 zich ten doel om een aantal grote thema’s die (ook) in onze provincie spelen stevig op de agenda te zetten. In deze tijden van polarisatie en nepnieuws is het belangrijker dan ooit dat iedereen in Limburg gratis betrouwbare informatie ter beschikking krijgt. Daarbij is het zaak dat ook het ongehoorde midden een stem krijgt – niet alleen beleids- en druktemakers. De redactie zal een aantal thema’s (zoals klimaat/stikstof, economie, politiek, onderwijs, gezondheid, vluchtelingen/arbeidsmigranten) agenderen en aan elk thema (een) vaste verslaggever(s) of portefeuillehouder(s) toewijzen, wat zorgt voor gedegen analyses en continuïteit van deze verslaggeving. Waar mogelijk zullen we de leden van de Mediaraad en de deskundigen uit hun stroming uitnodigen mee te denken. Daarnaast zijn we, in overleg met het DB van de Mediaraad, bezig met het opzetten van een groot panel van Limburgers die we kunnen vragen wat ze bezighoudt en waar ze behoefte aan hebben.

5. Duiding, diepgang, dialoog én diversiteit

De drie D’s van L1 blijven urgent en leidend. Onder het motto ‘minder maar beter’ wordt de komende tijd de nadruk gelegd op verdere verdieping door thema’s vast te stellen en die aan toegewijde verslaggevers toe te vertrouwen. Het format van Limburg Centraal zal begin 2024 zodanig worden aangepast dat de onderwerpen langduriger en beter voorbereid kunnen worden. Ook op de website en app van (nu nog) 1Limburg zal er plaats worden gemaakt voor langere, duidende en analyserende artikelen. Kwalitatieve documentaires onder de noemer Limburg Doc blijven deel uitmaken van de programmering.

Het format L1 luistert heeft veel waardevolle informatie opgeleverd en zal vaker worden ingezet, input van ideeën (en namen) vanuit de Mediaraad is zeer welkom. Ook bij het opzetten van een panel dat kan worden ingezet voor peilingen kan de Mediaraad een belangrijke rol spelen.

Omdat L1 met z’n tijd meegaat wordt als vierde D diversiteit toegevoegd. Als bedrijf is L1 voornemens liefst nog in 2023 de Charter Diversiteit van de SER te ondertekenen. Dit betekent dat we ons gaan committeren om zowel op de werkvloer als in de programmering diverser en inclusiever te worden, zowel wat betreft culturele achtergrond als spreiding in heel Limburg. Input en begeleiding vanuit de Mediaraad is zeer gewenst. Ook het in beeld brengen of faciliteren van al dan niet carnavalesk bedoelde stereotypen zal waar mogelijk worden geweerd.

6. Streektaalgebruik en -muziek

Van de Limburgers tussen 18 en 35 jaar spreekt nog maar 52 procent vloeiend Limburgs tegenover 74 procent bij de groep 65+. In het voorjaar van 2023 bracht de Raad van Europa een zeer kritisch rapport uit over de staat van het Limburgs. Als het aan deze raad ligt, moet de overheid zorgen dat het Limburgs als vak – van basisschool tot universiteit – in het onderwijs wordt aangeboden en moet het spreken van het Limburgs in het kleuteronderwijs worden bevorderd. Vooralsnog lijkt de overheid zich weinig van het rapport aan te trekken. In dat licht gezien is het des te belangrijker dat L1 eraan bijdraagt dat de streektaal levend gehouden wordt. Vandaar dat er op de verschillende kanalen in het gros van de programma’s naar believen dialect gesproken blijft worden. Alleen in de nieuwsuitzendingen en -berichten is, opdat iedereen het kan volgen, Nederlands de voertaal.

Op L1 Radio wordt, naast het draaien van minstens één dialectplaat per uur en het verslaan van voetbalwedstrijden in dialect, uitgebreid aandacht besteed aan dialectmuziek in het programma Plat-eweg en de jaarlijkse Limburgse 100.

Een streektaalwerkgroep maakt ondertussen plannen voor een educatief dialectprogramma waarmee ook jongeren en nieuwe Limburgers in contact kunnen komen met de streektaal.

7. Constructieve aanpak

In tijden van inflatie en polarisatie is het publiek niet alleen gebaat bij zorgvuldige, evenwichtige en waarachtige verslaggeving, maar ook bij een optimistische, constructieve aanpak, waarbij er oplossingsgerichte inhoud wordt aangeboden. Naast de vijf klassieke W’s en de H (wie, wat, waar, waarom, wanneer en hoe) zal L1 ook ingaan op de vraag ‘wat nu?’. Dit sluit aan op de educatieve taak en past goed binnen de human interest-content. L1 luistert en adviseert met een goed humeur: het glas is halfvol!

8. Culturele initiatieven, samenwerkingen en goede doelen

Als cultuurdrager is het de taak van L1 om tenminste de helft van haar programmering aan informatie, cultuur en educatie te wijden. Uiteraard blijft er volop ruimte voor Limburgse natuur, erfgoed, (amateur)sporten en hafa (fanfare, harmonie en koormuziek). Aandachtspunt is wel dat niet alleen de traditionelere Limburgse cultuurvormen worden gepresenteerd, maar ook uitingen die een jongere doelgroep aanspreken.

Bij relevante, kwalitatieve, inhoudelijke en typisch Limburgse (sport)evenementen kan L1 optreden als mediapartner. We registreren en faciliteren; het organiseren en presenteren van evenementen wordt bij voorkeur niet door L1 gedaan.

Samenwerken met lokale, andere regionale en landelijke publieke media-instellingen blijft onder de vlag van het Journalistieke Huis een speerpunt de komende jaren. Praktisch en journalistiek kunnen we elkaar immers verder helpen. Samen optrekken is bovendien efficiënt en kan kostenbesparend werken – zeker als alle neuzen dezelfde kant op staan.

Ook met samenwerkingen met onderwijsinstellingen, bedrijven en kennisinstituten zullen we ons voordeel doen. Uiteraard staat de inhoud centraal en houden we de Mediawet streng in de gaten. Wat goede doelen betreft is L1 al jaren een trouwe partner van initiatieven als ‘Geef een jas en verwarm een hart’, en we zullen onze platforms en mankracht blijven inzetten voor charitatieve acties.

9. Bereikcijfers

Bereikcijfers waren altijd van groot belang en tot voor kort zelfs leidend voor L1. Daarin komt in het nieuwe aanbodbeleid verandering. Het nieuwe motto van de redactie wat de programma’s betreft is zoals gezegd ‘minder maar beter’. Wat bereik betreft kan dat ook gelden. Als we ons via sociale media meer richten op jongeren en minder aanbod louter voor lineaire tv maken, wordt het bereik van dat laatste platform allicht lager. Als we minder maar langere en betere stukken publiceren op web en app kan ook dat voor een ander cijferbeeld zorgen. Het bereik blijft zeker van belang, maar is niet meer heilig. In plaats daarvan gaan we data-geïnspireerd werken. De focus zal de komende jaren liggen op wat die bereiksdata ons kwalitatief vertellen: wie we bereiken, hoe lang en waarmee, zodat dit inspirerende en verhelderende informatie oplevert voor het media-aanbod. Het bereiken van diverse interessegroepen is, ook in de visie van de RPO, belangrijker dan de hoogte van de aantallen.

10. Interessegroepen

L1 blijft werken met interessegroepen, maar zal in tegenstelling tot de afgelopen jaren nu ook gericht programma’s en formats gaan bedenken voor jongeren. De jongere redacteuren van L1 krijgen een stem in het bedenken van die formats, en ook door middel van het inzetten van jongerenpanels kunnen we een beeld krijgen van de behoeften. Een nieuw Mediaraadslid voor de stroming jongeren kan ons hier allicht ook bij helpen. Verder houden we rapporten en data over Gen-Z nauwlettend in de gaten. Hieruit blijkt dat deze bovengemiddeld nieuwsmijdende generatie sterk gericht is op de eigen kring.

Tieners en twintigers hebben, zo blijkt, nog niks met nieuwsapps en nieuwswebsites. Ze zijn eraan gewend om nieuws niet op te zoeken maar alleen dat te consumeren wat via sociale media tot ze komt, het zogeheten ‘news finds me’-principe. Favoriet zijn berichten over mentale gezondheid en oplossingen voor problemen in de directe omgeving. Nieuws dat ze persoonlijk raakt of ze vrolijk maakt wordt het best gewaardeerd.

11. Talent werven, behouden en opleiden

Nu alle reuring achter de rug is en een nieuw team leidinggevenden is aangesteld, is de tijd daar om L1 te (her)positioneren als een bedrijf waar het prettig werken is, waar je gezien wordt en kunt groeien. Om stagiaires te enthousiasmeren is er contact gelegd met opleidingsinstituten en er wordt gewerkt aan een eenduidig stageprogramma. Wie eenmaal in dienst is kan deelnemen aan een van de talentenprogramma’s en op verschillende deelredacties meedraaien om te zien welke plek het beste past. Vanuit HR wordt gewerkt aan een vitaliteitsprogramma, er zijn twee vertrouwenspersonen aangesteld en het cultuurveranderingstraject is geïmplementeerd in de strategische route. Een andere belangrijke waarden wat betreft personeelsbeleid is flexibiliteit: om mee te kunnen bewegen met veranderende behoeften van het publiek en ontwikkelingen in techniek is het nodig dat werknemers niet vast komen te zitten in een patroon, een programma of een mediumtype.

Tot slot, maar niet onbelangrijk: om de sfeer en onderlinge verbondenheid binnen L1 te waarborgen staan er maandelijkse bedrijfsborrels, en een jaarlijkse zomeractiviteit, een familiedag en een kerstfeest gepland.

Juni 2023, Cécile Narinx/L1

Vastgesteld door Mediaraad L1 op 3 juli 2023